Films over het reddingwezen aan de Hollandse Noordzeekust
Diensten in Watersnoodgebied
Dienst:1551
Datum: 02/17.02.1953
Station: Harlingen/Zuid Holland/Zeeland
Aantal geredden: onbekend
Redding nr: 1551
Uit: De Reddingboot, no. 75, december 1953 blz. 3002 t/m 3010
Reddingboten naar het Watersnoodgebied.
In de avond van Zondag 1 februari werd het besluit genomen enkele motorreddingboten, die aan de kust konden worden gemist, naar het rampgebied te zenden.
De keus viel op de “Prins Bernhard” (Scheveningen) en” C.A.A. Dudok de Wit” (Zandvoort).
Eerstgenoemde boot was, wegens nog niet gereed zijn van de waterdichte tractor, in reserve en de “Dudok de Wit” kon door afslag van de kust voorlopig toch niet naar het strand worden vervoerd.
Bovendien werd de te Harlingen gereed liggende reservereddingboot “Dorus Rijkers” uitgerust voor een tocht naar de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden.
Oud-schipper Mees Toxopeus en oud motordrijver R. Eelman waren direct bereid de “Dorus Rijkers” te bemannen.
Uit het rapport van de “Dorus Rijkers”, blz. 3006:
3 februari vertrokken van Harlingen naar Waalhaven. Aldaar gearriveerd
4 februari 10.00. Doorgevaren naar Hellevoetsluis.
5 februari van Hellevoetsluis naar Oude Tonge en tenslotte Zierikzee. Bij het in het donker binnenlopen van de haven kwam de “Dorus Rijkers” te 20.00 op een strekdam te zitten.
De volgende morgen 07.00 vlotgetrokken door sleepboot. De schipper meldde zich bij de Commandant Maritieme middelen aldaar, de kapitein ter zee b.d. C. J. W. van Waning.
Des middags twee doctoren, twee burgers en provisie naar het verbindingsschip “De Twee Gebroeders” te Zijpe gebracht
7 februari terug naar Zierikzee, proviand gebracht naar verbindingsschip de “Arend” bij Ouwerkerk. Vervolgens weer naar Zierikzee.
8 februari proviand gebracht naar de logger “Poolster” (verbindingsschip bij Burghsluis) en terug naar Zierikzee.
9 februari 13 Finse schipbreukelingen van de” Bore VI” van Burghsluis gehaald en naar Zierikzee gebracht, ‘s Avonds voer schipper M. Toxopeus mee met de “Borndiep” die de polder inging door het gat in de dijk bij Ouwerkerk om te zoeken naar een vermiste Amerikaanse DUKW en drie medische studenten
10 Februari naar Zijpe vertrokken om te zoeken naar boot met werkvolk. Deze boot zou bij Vianen zijn gestrand, doch werd niet gevonden. Twee vlootaalmoezeniers naar Hr.Ms. “Abr. v. d. Hulst” gebracht, overnacht in Zijpe.
11/13 februari gelegen in Zierikzee.
14 februari regeringsambtenaar gebracht naar de logger “Poolster” bij Burghsluis. Gezocht naar de Marinesloep “Y 804” en gevonden op Roggeplaat. De” Y 804” had nog geen hulp nodig. Te middernacht terug in Zierikzee.
15 februari wederom gezocht naar de “Y 804”, men had n.l. geen contact meer met het vaartuig. Te 10.30 “Y 804” gevonden op de Roggeplaat. Bij rijzen van het water de boot vlotgebracht (wegens uitputting accu’s was starten van de motor niet meer mogelijk geweest) en naar Zierikzee gesleept.
16 februari. 31 evacués (w.o. 5 baby’s van 3-8 maanden en 5 ouden van dagen - leeftijd 82 tot 94 jaar) gehaald te Burghsluis en deze naar het evacuatieschip de “Schelde” te Zierikzee gebracht.
17 februari vertrokken van Zierikzee en via Dordrecht//Vreeswijk//Amsterdam teruggevaren naar Harlingen, alwaar 20 Februari gearriveerd.
Behalve Mees Toxopeus en Reyer Eelman maakte de adjunct-inspecteur van materieel H. G. Prevoo deze tocht van de “Dorus Rijkers” naar het noodgebied mee.
In het rapport van de fg. Commandant Maritieme Middelen te Zierikzee,
de kapitein ter zee b.d. C. J. W. van Waning
wordt dank gebracht aan de Kon. N.Z.H.R.M. voor het zenden van de “Dorus Rijkers” met een zo ervaren schipper als Toxopeus. En wel als volgt:
“Vooral omdat zovele hier minder bekende schepen van dikwijls geringe afmetingen in deze omgeving werkten, was de aanwezigheid van een onder alle omstandigheden zeewaardige reddingboot onder ervaren leiding voor mij een geruststelling.”
Voorts schreef hij: “Voortdurend ging zijn (d.i. Toxopeus) zorg uit naar de vele onervaren Zondagsredders, die hij door zijn aanwezigheid ter plaatse en advies voor veel onheil heeft behoed. Verrichtte bovendien communicatiediensten en had een belangrijk aandeel in de evacuatie van de kleinere havens op Schouwen-Duiveland.”
Mees Toxopeus in 1972 uit; nl.wikipedia.org
uit; De Reddingboot
Diegenen die aan boord waren van de motorreddingboten “Prins Bernhard”,” C.A.A. Dudok de Wit” en de “Dorus Rijkers” ontvingen een speciaal getuigschrift voor de goede diensten die zij verleenden in het watersnoodgebied.
Dit zijn;
Mrb. Dorus Rijkers; M. Toxopeus, R.J. Eelman, H.G. Prevoo.
Msrb. C A A Dudok de Wit; F Koper, A Bos, R Koper, A Kraaijenoord.
Msrb. Prins Bernhard; A K Groen, A M Veldman, C Bal, D Roos, J Groen, S C den Heyer, P de Ruiter, C den Dulk, J van der Linden, A C J de Ruyter.
Noten:
Voor een overzicht van de diensten van alle reddingboten van De Noord, zie: De Reddingboot No. 75, Kerstnummer 1953.
Het boek „De orkaan van 1953 (Redders trotseerden natuurgeweld)” van Hans Beukema beschrijft de inzet van alle reddingboten rond 1 februari 1953.
In het boek „Woest maar kalm (Mees Toxopeus vertelt) van Jan Hardenberg, wordt op blz. 216 het ‘op herhaling gaan’ van Mees Toxopeus en Reyer Eelman kort beschreven.
De mrb Dorus Rijkers heeft in het watersnood gebied 10 diensten gedraaid en daarbij diverse bevoorradingen gedaan aan schepen werkzaam in dat gebied , tevens 49 personen in het gebied getransporteerd/geëvacueerd.
Uit; Rapport Watersnood 1953, Schouwen_Duiveland 31 Januari-21 Februari 1953
Van; de Fungerend Commandant Maritieme Middelen te Zierikzee
Kapitein Ter Zee b.d. C. J. W. van Waning
DORUS RIJKERS:
Reserve reddingboot der Noord- en Zuidhollandse Reddingmaatschappij,
Vanaf 6 Februari te Zierikzee gestationeerd.
Het was een grote geruststelling te weten, dat deze reddingboot met haar zo ervaren schipper Mees Toxopeus en de inspecteur Prevo van het Reddingswezen in het gebied aanwezig was.
Voortdurend ging zijn zorg uit naar de vele onervaren zondagsredders, die hij door zijn aanwezigheid ter plaatse en zijn advies voor veel onheil heeft behoed. Verrichtte bovendien communicatiediensten en had een belangrijk aandeel in de evacuatie van de kleinere havens op Schouwen-Duiveland.
Op 9 Februari nam schipper Toxopeus a/b m.s. “Borndiep” deel aan de redding van Major Worth ( U.S.A.-Army) in de polder bij Ouwerkerk.
Sleepte op 15 Februari de marineboot Y 804 vlot van de Nonnenbank, na eerst ’s nachts te hebben gezocht.
Op 16 Februari evacueerde deze reddingboot o.a. een tiental zeer ouden van dagen uit Burghsluis. Deze evacuees waren meer dan 90 jaren oud.
Uit; De Reddingboot nr76,mei 1954 blz3037-3038
Voor de tochten van de mrsb. Prins Bernhard (2-5 Februari en 5-9 Februari) C.A.A. Dudok de Wit ( 2-7 Februari) en mrb Dorus Rijkers ( 2-17 Februari) naar het watersnoodgebied wordt verwezen naar De Reddingboot No. 75 blz. 3002-3008
Uit gegevens van Jacob Pronk, schipper station Scheveningen;
Op zondag 1 februari 1953, direct na de stormramp, nam de directie van de Reddingmaatschappij het besluit om een aantal reddingboten naar het door de watersnoodramp geteisterde rampgebied op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden te sturen.
Besloten werd om de reddingboten die gemist konden worden, de Prins Bernhard (Scheveningen) en de C.A.A. Dudok de Wit (Zandvoort) en ook de reserve-reddingboot Dorus Rijkers die in Harlingen lag in te zetten.
De Prins Bernhard vertrok op die zondagavond vanuit Scheveningen naar de Waalhaven in Rotterdam om zich daar te melden bij de Onderzeedienst, het verzamelpunt van het reddingmaterieel voor de noodgebieden. Aan boord bevonden zich schipper A.K.Groen, motordrijver A. Veldman en de opstappers C. Bal, J. Groen en D. Roos. De reddingboot kwam de volgende ochtend, 2 februari, om half vier als eerste schip aan in de Waalhaven en direct werden een vat dieselolie en een voorraad noodrantsoenen aan boord genomen die naar Stellendam vervoerd moesten worden. Hierna werden schriftelijke evacuatieregelingen naar Hellevoetsluis gebracht, waar de reddingboot om vier uur ’s middags, na een stormachtige overtocht, arriveerde. Het effect was dat de evacuatie nu vlotter kon verlopen. De volgende dag kreeg de reddingbootbemanning opdracht om naar Ooltgensplaat te varen. Tussendoor werden nog diverse mensen op verschillende plaatsen op weg naar de bestemming afgezet.
Aangekomen in Ooltgensplaat stonden enkele honderden mensen te wachten om geëvacueerd te worden. De bemanning hielp om een pad te maken van stro en dekluiken van schepen naar een dekschuit die als aanlegsteiger diende. Samen met andere kleine schepen maakte de Prins Bernhard vier tochten met telkens 30 tot 40 personen aan boord, waar onder veel vrouwen en kinderen en bracht ze naar grote verwarmde evacuatieschepen. De volgende dag voer de reddingboot naar Oude Tonge, daar waren veel doden te betreuren. Met de evacuatie daarvan werd nog gewacht. Besloten werd om terug te keren naar Scheveningen. Maar omdat het weer slechter werd, koos men ervoor in Dordrecht een veilige haven op te zoeken. De uitgeputte bemanning kon daar, na bemiddeling van het Rode Kruis overnachten. De volgende ochtend, 5 februari, voer men terug naar Scheveningen.
Daar aangekomen stond de tweede ploeg Scheveningse redders klaar als aflossing. Nadat de reddingboot was afgetankt en in gereedheid was gebracht, vertrok de Prins Bernhard opnieuw naar het rampgebied, ditmaal bemand door schipper S.C. den Heijer, motordrijver P. de Ruiter en de opstappers C. den Dulk, A.C.J. de Ruiter en J. Groen. Aan boord bevond zich ook brugwachter en binnenschipper A. van der Linden, die de Zeeuwse wateren goed kende.
In de Waalhaven kreeg de bemanning orders om door te varen naar Dinteloord. Na een overnachting in Dordrecht kwam de reddingboot hier de volgende middag aan. Er werd op orders gewacht en werden hand en spandiensten verricht. Omdat er schepen genoeg in het gebied waren en er slechts ‘boodschappendiensten’ overbleven werd de volgende dag besloten om terug te keren naar Scheveningen. In Dordrecht werd weer overnacht, maar toen men ’s morgens de motor wilde starten bleek de accu te zwak. De accu’s werden losgekoppeld en weggebracht om op te laden. De bemanning keerde over land terug naar Scheveningen. De Prins Bernhard werd de volgende dag opgehaald en naar Scheveningen teruggevaren. Tijdens de beide tochten had de Prins Bernhard zich uitstekend gehouden, alleen voor de bemanning waren de tochten door het gure weer en de harde bries in de open reddingboot geen pretje.
Uit gegevens van Jacob Pronk, schipper station
Uit archief KNRM. 1
Uit; Haarlems Dagblad 6 februari 1953 pag. 2/10.
Uit; Haarlems Dagblad 6 februari 1953 pag. 5/10.
Dorus Rijkers bij Zierikzee op strekdam;
Den Haag, 5 Februari- De reddingboot Dorus Rijkers uit Den Helder, die in Zeeland aan het reddingswerk deelneemt, is volgens een bericht van Radio-Scheveningen bij Zierikzee op een strekdam gelopen.
Het bootje zit 300 meter ver op een dam. Een motorboot van het kabelschip De Poolster heeft een poging gedaan de Dorus Rijkers los te trekken, maar dit mislukte tengevolge van de sterke ebstroom. Er is thans om sleepboothulp verzocht.
Uit; De Waarheid 06-02-1953
Mees wordt weer tijdelijk reddingbootschipper
Dorus Rijkers naar rampgebied.
De Kon. N.Z.H.R.M. heeft besloten, de reserve-motorreddingboot, die tijdelijk in Harlingen lag, naar de overstroomde gebieden te zenden. Het commando is opgedragen aan oudschipper Mees Toxopeus, die nu op Irnsumerzijl woont. Motordrijver is de oud-machinist Eelman uit Den Helder. De Dorus Rijkers is gisteravond uit Harlingen naar Rotterdam vertrokken.
De Kon. N.Z.H.R.M. heeft bovendien de reservereddingboot C A den Tex (vroeger in Hindeloopen) en twee motorstrandreddingboten naar de rampgebieden gedirigeerd.
Uit; Leeuwarder Courant 03-02-1953
Redder redde redder.
Mees Toxopeus is druk aan het werk.
De gepensionneerde schipper van de Insulinde, Mees Toxopeus, die na het verlaten van de dienst van de Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaatschappij zijn tenten in Irnsum heeft opgeslagen, is ook druk in de weer in het door de stormvloed zo zeer getroffen deel van ons land. Samen met de oud-machinist Eelman uit Den Helder en een motorinspecteur van de N. en Z.H. Reddingmaatschappij trok hij met de te Harlingen gestationneerde Dorus Rijkers naar Zeeland.
Bij het bezoek dat Koningin Juliana Woensdag aan Zierikzee bracht, werd Toxopeus aan Hare Majesteit voorgesteld. Hij had toen net geholpen om een redder te redden. Een DUKW van de Elfde Engineers Combat Group was aan de grond blijven zitten en de Amerikaanse majoor George A. Worth slaagde er met veel moeite in om het hoofd boven water te houden. Mees behoorde tot degenen, die uitkomst brachten voor de inzittenden van de DUKW.
Uit; Nieuwsblad van het Noorden 13-02-1953
Ook de Borndiep is veilig teruggekeerd.
Goed werk verricht op Schouwen-Duiveland.
Ook de barkas Borndiep van de Rijksveerdienst is weer thuis; schipper Hendrik Keijer en Frans Loonstra keerden Donderdagmiddag behouden te Nes op Ameland terug, na twee-en-een-halve week dienst te hebben gedaan in het rampgebied. Samen met de barkas Ameland van de dienst op Schiermonnikoog en met de Zoutkamper vissersschepen van Jelte en Hendrik Toxopeus, was de Borndiep onmiddellijk na de ramp naar het geteisterde gebied vertrokken, waar de mannen van de Rijksveerdienst uitstekende diensten konden verrichten met hun platboom-scheepjes. Zoals gezegd hielpen zij bij de evacuatie van Ouwerkerk en Nieuwerkerk op Duiveland, dat zij bereikten door het gat in de dijk, ‘sDinsdags haalde de Borndiep 145 mensen van het eiland, ‘sWoensdags nog eens tachtig en op weg naar Oosterland pikten zij veertien man op uit een open Marinesloep, die was vastgelopen en waarin de mensen in het gure weer acht uren hadden zitten wachten op hulp. ‘sDonderdagsmorgens nam de barkas - zoals onze speciale verslaggever, die de bewuste nacht in dat dorp doorbracht, al meldde - de laatste tachtig mensen uit Ouwerkerk, terwijl schipper Koster de elf paarden voor zijn rekening nam.
De barkassen hadden Zierikzee als standplaats en hun naaste buurman daar was Mees Toxopeus, tijdelijk schipper op de reddingboot Dorus Rijkers, die met zijn Dorus ook goede diensten heeft bewezen in het rampgebied. Sommige “putsjes”echter moest hij aan de barkassen overlaten, omdat die een geringere diepgang hebben. Zo is de Borndiep op een donkere avond nog eens door het gat in de dijk gevaren om een DUKW te hulp te snellen, die bij Oosterland vastgelopen was en die door het opkomende water in moeilijkheden dreigde te komen. Toen de Borndiep het dorp bijna was genaderd, brachten mannen in roeiboten het bericht, dat de DUKW al vlot was. Op de terugweg moest de barkas enkele telefoonpalen omver trekken, omdat men in de donkere nacht het”gat”in het telefoonnet niet terug kon vinden…..
Zóveel karweitjes moesten er opgeknapt worden - van het voeren van in de ondergelopen stallen achtergebleven beesten tot het redden van drenkelingen van een omgeslagen Marinesloep - dat er voor wassen en scheren weinig tijd overbleef; gelukkig ontmoetten de mannen in de haven van Zierikzee het kabelschip Poolster, aan boord waarvan zij zich eens behoorlijk konden verfrissen.
De Borndiep heeft tenslotte nog dienst gedaan voor de Rijkswaterstaat om de gaten in de verschillende dijken op te meten. Gisteren deed de barkas al weer dienst tussen Ameland en Holwerd.
Uit; Leeuwarder Courant 21-02-1953
Dorus Rijkers liep schade op in Zeeland.
De reserve-reddingboot Dorus Rijkers die vorige maand naar het rampgebied was vertrokken, is weer in Harlingen gearriveerd. Tijdens de hulpverlening heeft de Dorus Rijkers in de Zeeuwse wateren aan de grond gezeten en dientengevolge schade aan het roer opgelopen.
Uit; Leeuwarder Courant 20-03-1953
Uit; Haarlems Dagblad 6 februari 1953 pag. 7/10.
Uit; Haarlems Dagblad 6 februari 1953 pag. 2/10.
Films over het reddingswezen aan de Hollandse Noordzeekust
Gemaakt op maandag 29 juli 2013
Film over het reddingswezen aan de Hollandse Noordzeekust door de Noord-Zuid Hollandse Reddings Maatschappij, in twee delen. In dit eerste deel ziet men het werk van de reddingsboot ‘Dorus Rijkers’ uit Den Helder bij een demonstratie van het redden van drenkelingen van een Zweeds vrachtschip. Tweede acte van een film over het reddingswezen van de NZHRM aan de Hollandse Noordzeekust.
Akte 1
In dit eerste deel ziet men het werk van de reddingsboot ‘Dorus Rijkers’ uit Den Helder bij een demonstratie van het redden van drenkelingen van een Zweeds vrachtschip. Tevens de reddingsboot ‘Brandaris’ op zee. Getoond worden oa. het seinen vanaf de vuurtoren naar schepen in nood op zee, het werken met springnet en reddingsbroek, en het werken met vuurpijlen.
Noot 1: De nu volgende redding is geensceneerd
Noot 2: opstapper: vrijwillger die aan boord gaat, dwz. opstapt als een bemanningslid verhinderd is
Noot 3: seinvlaggen MC: Internationaal noodsein: Ik ben in nood en verlang onmiddellijk hulp
Akte 2
Tweede acte van een film over het reddingswezen van de NZHRM aan de Hollandse Noordzeekust. In dit deel de reddingsdiensten van Den Helder en Terschelling in actie met hun motorreddingsboten ‘Dorus Rijkers’, resp. ‘Nicolaas Marius’. Men ziet de redders thuis in hun woning in het kustplaatsje, de vuurtorenwachter die bij naderende storm een noodsein opvangt, het met een rupsvoertuig naar het strand rijden van de reddingsboot op Terschelling. Tevens ziet men een geënsceneerde, spectaculaire opname van de redding van schipbreukelingen van een gekapseisd vrachtschip.
Noot 1: De nu volgende redding is geensceneerd
Noot 2: opstapper: vrijwillger die aan boord gaat, dwz. opstapt als een bemanningslid verhinderd is
Noot 3: seinvlaggen MC: Internationaal noodsein: Ik ben in nood en verlang onmiddellijk hulp
Maker: Multifilm (producent) / Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (beheerder)
Publicatiedatum: 1 januari 1950
Lengte: film 1; 10:18 film 2; 09:44
Bijdragen:Hin, Jan (regisseur), Hoving, Hattum (regisseur), NZHRM (opdrachtgever), Orizand, Huib (commentaarstem), Multifilm Haarlem (geluid)
Bron: Openbeelden.nl Akte 1 / Akte 2 voor meer informatie